Freelance journalistiek is geen obstakel, maar een kans. De idee dat freelancers armoedige tweederangsmediamakers zijn, is achterhaald. Meer dan ooit is een freelancebestaan de weg naar de toekomst en geen smet op het blazoen van de `in crisis verkerende media`. Een publiek. Meer heeft een freelancer niet nodig om zich van een toekomst te verzekeren.
Nieuwsmerken zoals De Standaard of P-magazine kennen we allemaal.Journalisten kennen we amper, tenzij er eentje in je vriendenkring zit. Ze zijnnog te vaak anonieme werkkrachten die verdrinken in de anonimiteit van eennieuwsredactie. In het grote `ik-tijdperk` zou het credo moeten zijn: `ken jejournalist, niet je medium`.
Repelsteeltje
Stille journalisten, er zijn er nog te veel. Ze verbergen zich achter huncomputer. Bij het grote publiek zijn ze enkel gekend met drie of vier letters.Kleine letters dan nog. Als je werkt voor een groot nieuwsmerk lijkt het weldat je je naam moet afstaan. Niet allemaal natuurlijk. De uithangborden -iedereen die met z`n fris gewassen smoelwerk naar buiten mag treden - mogen hunvolledige naam behouden. Straffer nog, hun naam verschijnt in vet, of wordttraag, sensueel en in mooi algemeen Nederlands uitgesproken. Helaas, ook dat isgeen geschenk. Alles wat je zegt, wie je bent en waar je voor staat isverbonden met het nieuwsmerk. Je eigen merk zijn, dat wordt niet gewaardeerd.Waar in hemelsnaam zit het verdienmodel in een journalist met een eigenpubliek? Nee, het publiek moet bij z`n nieuwsmerk blijven. Anonimiteit troef,althans voor de journalist.
Luider roepen dan je vader
Nochtans zou `de journalist als merk` de journalistiek kwalitatiefverbeteren. Wanneer je de journalist en zijn reputatie kent, is het veelmakkelijker om het nieuws te controleren. Als ik een recensie lees, weet ikgraag wie ze geschreven heeft. Is zijn mening gelijklopend met de mijne, of benik het oneens met zijn oordeel? Waarom zou dat bij nieuws anders zijn? Helaas,we moeten aan de centjes denken. Het publiek moet bij zijn nieuwsmerk blijven.We moeten dat begrijpen. Heb jij al eens een kind gezien dat luider roept danzijn vader? Oké, dat gebeurt. Het kind mag zich dan wel aan een portie strafverwachten. In Amerika zijn de voorbeelden waarbij de grote nieuwsmerken hunluidruchtige journalisten op het matje roepen legio. Denk maar aan dejournalisten van SkyNews die geen nieuws mogen retweeten dat nietvan collega`s afkomstig is. Volgens SkyNews zijn de Twitterrestricties nodig om`voldoende redactionele controle uit te oefenen". Spijtig om te zien hoede sociale media, die door de nieuwsmerken worden bejubeld voor hetdemocratiseren van de nieuwsgaring, intern worden gevreesd.
Een freelancer kan het
De `journalist als merk`. Stel je voor. Het mag zolang je binnen delijntjes kleurt. Geen lijntjes voor een freelancer, maar wel een gom. Eénwaarmee Twitterrestricties worden weggeveegd en de grenzen van het woord`onderwerpkeuze` worden verlegd. Vooral het laatste deel van dat woord –`keuze`, dat een zekere vorm van vrijheid impliceert - krijgt een meerwaarheidsgetrouwe invulling. Slechts één probleem: `wat met het geld`? Denummer één reden voor censuur. Hoe kan een freelancer vrijer zijn inonderwerpkeuze wanneer hij nog minder middelen bezit dan de grote jongens? Tochslagen steeds meer freelancers erin om tot op bepaalde hoogte onafhankelijkeprojecten met unieke invalshoeken op te richten. Voorbeelden hoeven we niet verte zoeken. Apache,het eigenzinnige nieuwslab van Belgische makelij, brengt onderwerpen die opbasis van `financiële redenen` links worden gelaten door de grote nieuwsmerken.Zeker op gebied van cultuur- en subcultuurverslaggeving kan een freelancer hetverschil maken. A Jerry`s Joint is daar een mooivoorbeeld van. De jonge mediamaker achter deze blog omschrijft zichzelf als: `aone-man audiovisual crew making clips and documentaries about music and bands`.Met de vinger aan de pols brengt hij opkomend talent in beeld. Vaak onbekendtalent waarvoor de grote nieuwsmerken de neus ophalen. Bovendien lijkt demanier waarop hij ze in beeld brengt onbetaalbaar voor de `big boys`. Toch, eenfreelancer kan het.
Vinger aan de pols
Hoe doen ze het? Allemaal anders. De ene via crowdfunding,de andere via subsidies. Wat hebben ze gemeenschappelijk? Een publiek. Depersonen die hun schouders onder dergelijke projecten zetten, zijn dagelijksbezig met zichzelf als `merk` in de markt te plaatsen. Hoe ze dat doen? Doorcontinuïteit, visibiliteit en kwaliteit. Hun visibiliteit verzorgen ze opblogs, Twitter en internetfora en hun continuïteit verzekeren ze doorregelmatig te posten. Wat ze schrijven, fotograferen of filmen hoeft zelfs nietaltijd hun beste werk te zijn. Zolang ze maar voor leven in de brouwerijzorgen. `Volgers` hebben is niet het antwoord op de vraag: `wat nu met het geld`?Toch valt het op dat een freelancer met een publiek achter zich altijd eenmanier vindt. Waarschijnlijk heeft het veel te maken met de wisselwerkingtussen beiden. Na verloop van tijd gaat het publiek doelgericht op zoek naarzijn nieuwsfeed waardoor de loyaliteit en betrokkenheid die ontstaat veelhechter is dan de relatie tussen een nieuwsmerk en zijn `klanten`. Een groot nieuwsmerkzal altijd een levenloos gegeven blijven. Ook al is hun slogan `onverantwoordinteressant`.
Chemie
Een mooi voorbeeld is de jonge fotografe en cineaste JessicaYatrofsky. Op eigen houtje maakte ze de fotoreeks `I heart Boy`, eenaanklacht tegen het taboe op mannelijk naakt. Het fotoboek verkoopt als zoetbrood, alhoewel je de reeks online kan terugvinden. Bij aanvang had Yatrofskygeen terugverdieneffect in gedachten. Dat was buiten de wens van haar publiekgerekend. Ok, naakt verkoopt altijd, maar er is meer aan de hand. Dat haarfotoreeks succesvol is, heeft veel te maken met de chemie tussen haar en haarvolgers. Een freelancer stelt zich niet vaak als doel `het grote publiek` tebereiken. Het doel is om op een veel efficiëntere manier een kleine groepmensen te bereiken die zich wel interesseren. Het geringe aantal mensen dat eenfreelancer achter zich kan scharen, is vaak bereid om bij te dragen tot hetuitwerken van een bepaald idee. Een luxe die de grote mediamerken niet hebbenomdat er geen wisselwerking bestaat tussen journalist en volger. Daar moet jestrak in het gelid lopen. En de klanten? Die moeten luisteren, niet bijdragen.
Latrelatie
Een journalist in vast dienstverband die morgen op straat belandt, heeftniets. Door genoegen te nemen met die drie à vier letters, in klein lettertypenota bene, kent zijn publiek hem niet. Waar kan hij nog aan de slag in vollecrisis? Nieuwsmerken en journalistenzijn een slecht huwelijk. Vooral voor de journalisten. Bij een scheidingblijven zij met de kinderen zitten, maar ontvangen ze geen cent alimentatie.Als ik een relatietherapeut was, zou ik journalisten een latrelatie adviseren.Desnoods een open huwelijk waarin je een paar dagen per week je naam omruiltvoor drie à vier kleingedrukte letters. Op je vrije dagen kan je dan zo hard enzo luid roepen als je wilt. De media zijn we allemaal. We moeten enkel durvenonszelf als merk op de markt te plaatsen.
Afwijken van het geldmotief
Neem het vooral niet te enggeestig. Ik pretendeer niet dat plots iedereenmoet geen freelancen, dat journalisten in vast dienstverband verkeerd zijn ofdat `nieuwe` media heiligmakend zijn. Wel wil ik meegeven dat het heelbelangrijk is om `bezig te zijn`. Iets wat heel vaak over het hoofd wordtgezien wanneer je het afweegt tegen het financiële kostenplaatje. De centenzijn het grootste obstakel, maar dat zou niet mogen. Geld verdienen is niet hetdoel, maar het middel. Wanneer je kiest voor een freelancebestaan kies jeervoor om content te maken die je relevant vindt, ook wanneer die content nietstrookt met het economische winstcijfer. Een publiek is daar heel belangrijkin. Je publiek gaat je volgen omdat je content afwijkt van het geldmotief. Ikga niet beweren dat ik spreek over een vaststaand feit, maar het valt op datfreelancers die erin slagen een publiek te werven, vaak steun vinden bij hunvolgers om hun projecten – ook de economisch oninteressante – te helpenrealiseren.
© 2012 - StampMedia - VincentVan Nauw