Op 10 juni trekken we naar de stembus om een nieuw federaal parlement te kiezen.
Nahima Lanjri zetelt sinds 2003 in het federale parlement en is daarnaast gemeenteraadslid in Antwerpen.
Ze haalt grote voldoening uit het werk dat ze doet en ze zou graag haar werk verderzetten. Daarom is ze op 10 juni opnieuw kandidaat voor de kamer. Ze is voorzitter van de verkiezingswerkgroep asiel en migratie en schrijft dus mee aan het verkiezingsprogramma van CD&V.
Een voorsmaakje...
H.Dönmez: U schrijft mee aan het verkiezingsprogramma. Wat is het uitgangspunt?
N.Lanjri: We gaan uit van een eerlijk participatiebeleid. De verschillen tussen mensen en tussen groepen van mensen moet ernstig worden genomen en we moeten de mensen in hun religieuze, culturele en etnische identiteit respecteren. Terzelfdertijd moeten we hen erop wijzen dat het doel van het participatiebeleid is dat die groepen aan onze samenleving participeren. Het staat dan ook als een paal boven water dat rond migratie en het onthaal, opvang en participatie van migranten en allochtone Vlamingen in onze samenleving een langetermijnbeleid moet worden uitgedacht en uitgevoerd.
H.Dönmez: Wat betekent dat concreet?
N.Lanjri: Omdat de uitdagingen van asiel en migratie zoveel domeinen raken, willen we bijvoorbeeld dat de premier een coördinerende rol op zich neemt. De premier moet ervoor zorgen dat er alle ministers binnen hun bevoegdheid doen wat ze moeten doen, bv. maatregelen op het vlak van tewerkstelling nemen of de nationaliteitswetgeving evalueren en aanpassen. We willen ook een regeringscommissaris die speciaal bevoegd is voor migratie en asiel.
H.Dönmez: Er is het afgelopen jaar heel wat veranderd op het gebied van gezinshereniging. Wat is het standpunt van CD&V daarover?
N.Lanjri: Voor CD&V is eerbiediging van het gezinsleven een fundamenteel recht. Iedereen heeft het recht te trouwen met wie hij wil, iemand van hier of iemand uit het buitenland. Precies omdat dit zo fundamenteel is, mogen we de problemen die er soms zijn niet uit de weg gaan en ook misbruiken moeten worden aangepakt. Verder moeten we zowel de mensen die hier reeds zijn, als de mensen die overkomen, een toekomst met voldoende kansen kunnen aanreiken. Ik heb een wetsvoorstel ingediend dat al voor een groot stuk gerealiseerd is. Nu moet men minstens 21 jaar zijn en ook behoorlijk gehuisvest zijn indien men zijn partner uit het buitenland wil overbrengen.
Maar we vinden het ook belangrijk dat de gezinshereniger regelmatige inkomsten heeft, die volstaan om zichzelf en zijn gezinsleden te onderhouden en dat de nieuwkomers een onthaal- en integratieprogramma volgen. Dat staat nu nog niet in de wet, daar willen we nog werk van maken.
H.Dönmez: U bent ook bezig geweest over de problematiek van de schijnhuwelijken. Kan u daar iets over kwijt?
N.Lanjri: Mensen die oprecht willen huwen, moeten kunnen huwen. Laat daarover geen misverstand verstaan. Maar het spreekt voor zich dat 'schijnhuwelijken' een ernstig probleem zijn. Veel mensen zullen in hun familie of vriendenkring wel mensen kennen die het slachtoffer zijn geworden van een schijnhuwelijk. Daarom willen we misbruiken aanpakken: schijnhuwelijken vooral proberen te voorkomen en ook bestraffen. CD&V is tevreden dat schijnhuwelijken nu strafbaar zijn, maar dit volstaat niet. Men moet ook daadwerkelijk de wet gaan uitvoeren. We willen ook dat er meer aandacht gaat naar preventie, we willen een uniforme aanpak van de schijnhuwelijken in binnen- en buitenland. Nu heb je in sommige gemeenten wel een onderzoek, in anderen niet. Ambtenaren en magistraten moeten gevormd worden zodat ze bv. de juiste vragen stellen en wij willen ook voor de installatie van een databank waarin alle pogingen tot schijnhuwelijk en vernietigingen van schijnhuwelijken worden geregistreerd. Tenslotte willen we ook een Centraal Meldpunt voor slachtoffers van schijnhuwelijken of voor koppels die menen dat ze niet correct behandeld zijn geweest.
Diversiteit moet je stimuleren, omdat werken aan iedereen kansen geeft.
H.Dönmez: Verder staat er ook een hoofdstuk in over werk en diversiteit.
N.Lanjri: Ja, we moeten een voldoende coherent beleid opzetten, dat kansen geeft aan mensen. Werk hebben is één van die kansen.
Wij zijn ervan overtuigd dat de federale overheid haar diversiteitsbeleid verder moet uitbouwen, er zijn nu haast geen allochtonen tewerkgesteld bij de federale overheid. We moeten ook werk maken van vorming en sensibilisering van onze 80.000 federale ambtenaren, politie, inspectie, etc. om vooroordelen en discriminatie aan te pakken en werk te maken van een echt diversiteitbeleid zowel op de werkvloer als bv. in de houding naar klanten, burgers van verschillende origine. Zo groeit wederzijds begrip en kunnen we beter samenleven.
Ook arbeidsmigratie zal de volgende jaren één van de punten worden waar onze economie mee te maken krijgt.
Economische migratie – dus nieuwe mensen van buiten Europa laten overkomen om hier te werken - kan volgens mij pas wanneer andere alternatieven zijn uitgeput. We moeten eerst onze werklozen aan het werk zetten zowel autochtonen als allochtonen. Ongetwijfeld zullen we heel wat mensen moeten herscholen of bijscholen. Daarna moeten we de reserve in de EU aanspreken, want Europeanen mogen voortaan overal gaan werken, en er zijn nog heel wat werklozen in Europa die graag naar hier zullen komen als ze hier kunnen werken. Pas in laatste instantie, dus als we nog steeds voor bepaalde jobs geen mensen vinden, kan economische migratie bijdragen tot het oplossen van tekorten.
H.Dönmez: Hoe staan jullie tenslotte tegenover de Moslimraad.?
N.Lanjri: Iedereen heeft recht op goddienstbeleving. De islam is al heel lang één van de erkende godsdiensten in België maar er was nood aan een gesprekspartner en inhoudelijk verantwoordelijke. Daarom werden er verkiezingen georganiseerd onder de moslims om zo een raad te verkiezen. Jammer genoeg werkt deze nog altijd niet zoals het moet. Het probleem is ook dat de overheid niet mag tussenkomen in religieuze aangelegenheden. Ik heb dus maar één goede raad. De moslimraad en executieve moeten zichzelf heel dringend organiseren om orde op zaken te stellen en zich te hervormen tot een werkbare entiteit. Dat is hun verantwoordelijkheid. Dan kunnen zij ook doen wat ze moeten doen namelijk concreet werk maken van bv. de erkenning en subsidiëring van moskeeën en imams, het vaststellen van het leerprogramma voor onderwijs, de organisatie van het offerfeest enz...
H.Dönmez: 10 juni: verkiezingen, hoe kijkt u daar tegenaan?
N.Lanjri: CD&V zal er klaar voor zijn. Net als ik. Asiel, migratie, integratie is nu al een belangrijk thema en het zal ook in de aanloop naar de verkiezingen zeker één van de thema's zijn waarover gesproken zal worden.